Het bruidsboeket is al een eeuwenoude traditie. In de oudheid werd het boeket niet, zoals tegenwoordig, in de hand gehouden, maar in het haar gestoken of aan de jurk vastgemaakt.
De bloemen en takken in het boeket hadden allerlei symbolische betekenissen. Ook werden er kruiden als knoflook, bieslook en dille in het boeket verwerkt, in een poging om boze geesten af te schrikken.
De betekenis van de bloemen speelt door de hele geschiedenis een rol bij de
samenstelling van het boeket, maar bereikte een hoogtepunt in de tijd van de hoog romantiek, aan het eind van de achttiende eeuw. In bruidsboeketten worden nog steeds vaak witte bloemen verwerkt, omdat deze door hun kleur symbool staan voor reinheid.
Volgens de etiquette is het de bruidegom die het bruidsboeket uitzoekt en betaalt. Hij overhandigd het boeket op de dag van de bruiloft aan zijn aanstaande, wanneer hij haar op gaat halen in haar ouderlijk huis. Tegenwoordig is de bruid is steeds vaker zelf betrokken bij het uitzoeken van het boeket, zodat zij zeker weet dat het boeket aan haar wensen voldoet.
Tot aan de voltrekking van het huwelijk, draagt de bruid het boeket in haar rechterhand,
daarna in de linker. Wanneer er ook in de kerk getrouwd wordt en deze kerkelijke inzegening als definitieve huwelijksvoltrekking gezien wordt, blijft de bruid het boeket tot aan deze voltrekking in de rechterhand dragen. Tijdens de huwelijksplechtigheden neemt een bruidsmeisje het bruidsboeket van de bruid over.
Comments